GEWETENSONDERZOEK

 

1. Christenmensen hebben een ander zelfbewustzijn dan niet gelovigen. Ze zien zichzelf en de wereld om hen heen als opgenomen in verbond met God als persoon. Daarom is het goed om te beginnen met God te danken, je ervan bewust maken, dat alles wat je hebt, te danken hebt aan Gods goedheid. Alles komt uit Gods hand en uit Gods goede hart. Dat is te zien aan mensen die maar heel weinig van God gekregen hebben, lichamelijke en/of geestelijke gehandicapte mensen. De liefde die zij kunnen geven, is de liefde die zij via hun ouders en omgeving van God ontvangen. Ze zijn vaak als een straal van de eeuwige liefdeszon.

2. Roep de Heilige Geest aan: Kom, Heilige Geest, vervul mijn hart met uw goddelijke liefde, leer mij gevoelig te zijn voor de blik van Jezus’ medelijdende liefde voor mij, zondaar.

3. Algemeen onderzoek: Laat Jezus zelf uw biechtspiegel zijn. Hij is de nieuwe Wet in eigen Persoon.

  • Meer letten op het inwendige dan op het uitwendige en bij het constateren van uitwendige handelingen altijd nagaan hoe de inwendige bezieling erbij was: bewust, onbewust, halfbewust. Heb ik mijn wil erachter gezet? Kortom, norm moet zijn in hoever ik zuiver ben van hart, in mijn bedoelingen en wel in de ogen van God, die harten en nieren doorgrondt.
  • Om niet te verzanden in een onvruchtbare zelfanalyse helpt het mij te plaatsen onder de blik van Jezus. We hebben het voorbeeld van Jezus in zijn houding tegenover de rijke man: Jezus keek hem liefdevol aan (Mc 10,21). Er staat eigenlijk: Jezus keek hem aan en begon van hem te houden; je zag in zijn ogen iets van genegenheid beginnen; je zag hoe zijn blik warm werd van genegenheid. En zoiets mogen wij ook veronderstellen dat er gebeurde bij de roeping van Matteüs de tollenaar. Zoals paus Franciscus het beleefde:Jezus zag een tollenaar, en terwijl Hij hem liefdevol aan keek, koos Hij hem uit en zei tot hem: volg Mij.’ Voilà, dat ben ik: een zondaar op wie de Heer zijn oog heeft laten vallen.

Van wat voor soort liefde was Jezus’ blik vervuld? Van medelijdende liefde. De morele ellende van de tollenaar ging Hem aan het hart, de toestand waarin zijn hart verkeerde en meer nog de dynamiek van die morele ellende: de tweede dood, de geestelijke dood. De zielentoestand van de verloren zoon: deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden. Wanneer wij zondigen, dan raakt dat God, want zonde betekent de dood van de mens die door God met zoveel liefde is geschapen. Mijn zonde bezorgt God liefdespijn. Dat is waarmee wij in de biecht te doen hebben: een stuk dood in ons hart, geestelijke dood, een begin van de totale dood, als Jezus niet tussenbeide komt met zijn goddelijke medelijden.

Overzien wij in het kort de geschiedenis van de liefde van Jezus tot elke mens:

  • In liefde geschapen, bij het doopsel in liefde omhelst.
  • Bij de eerste zonde krimpt Jezus’ hart ineen: mijn kind op weg naar de tweede dood!
  • Bij de biecht: Jezus viert een nieuwe liefde: de medelijdende liefde.
  • De vader zag zijn kind al in de verte aankomen en werd door medelijden bewogen. Jezus zag een tollenaar, en terwijl Hij hem liefdevol aankeek, koos Hij hem uit en zei tot hem: volg Mij. Hij herschept de oude mens tot een nieuwe mens met een nieuw hart en een nieuwe geest: deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden. Die liefde is de liefde tot het uiterste: geen liefde kan groter zijn dan de liefde van hem die zijn leven geeft voor zijn vrienden. Bij de biecht zal ik mij bewust maken van iets waarover ik mij voor God schaam en waarop Jezus met medelijdende liefde neerziet. Ik zal proberen meer bij Hem te zijn en zijn Hart dan bij mijn eigen gevoelens. Dat is het echte berouw.
  • Eucharistie. Dat nieuwe leven moet gevierd worden: laten we eten en feest vieren. het nieuwe leven wordt gevoed met het brood uit de hemel, de goddelijke liefde van Jezus tot het uiterste.

4. Voornemen: vooruit kijken naar de situaties waarin ik gevoelig ben voor bekoringen die mij opnieuw in zonden kunnen doen vallen en vragen om de kracht van de Heilige Geest.